Watermakers en Limburgs water

Aandacht bronbescherming hard nodig

Het Nederlandse drinkwater is en blijft van uitstekende kwaliteit. Wel werd ook in 2017 duidelijk dat de drinkwaterbronnen in toenemende mate onder druk staan. De dreiging komt van onbekende stoffen, maar ook van medicijnresten en uitspoelende gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in landbouwgebieden. Zo trof WML in de zomer in het Maaswater hogere concentraties aan van melamine, waardoor er een aantal weken geen Maaswater kon worden ingenomen voor de drinkwaterproductie.

De drinkwatersector pleit voor een meer waterdicht stelsel aan wetten, regels en vergunningen waarop consequente handhaving kan plaatsvinden. Zo is het belangrijk dat lozingsvergunningen beter inzicht geven in de aard en omvang van de stoffen die (kunnen) worden geloosd. Het verrichten van zo volledig mogelijk onderzoek en het treffen van maatregelen bij de bron voorkomt dat drinkwaterbedrijven halsoverkop noodmaatregelen moeten treffen. Er is tot nu toe nog vrijwel geen rechtspraak over de vraag hoe vergunningen moeten worden ingericht om voldoende recht te doen aan het belang van de drinkwatervoorziening. In 2018 hopen WML, Evides en Dunea een meer principiële uitspraak van de Raad van State te krijgen over wie, waar in de waterketen, welke verantwoordelijkheid draagt voor de bescherming van de drinkwaterbronnen (zie ook het interview met WML-directeur Ria Doedel).

<< terug naar kerngegevens watermakers en limburgs water