Interview
Ria Doedel
De uitdagingen op het gebied van de waterkwaliteit en klimaatverandering zijn dermate groot dat ze niet meer door één partij alleen in de waterketen kunnen worden opgelost. Voor het vinden van de goede antwoorden zijn alle schakels in de keten nodig, van de waterpartners tot en met burgers en kennisinstituten. Dat zegt WML-directeur Ria Doedel in een terugblik op 2017. Een jaar dat volgens haar succesvol verliep voor WML. De organisatie functioneert goed en dat biedt ruimte om meer tijd en energie te steken in vraagstukken als bronbescherming, innovaties en samenwerking in de waterketen.
‘We hebben met veel succes gewerkt aan een groot aantal dossiers, van de voorbereidingen voor plaatsing van windmolens in Ospeldijk tot het plaatsen van 1.700 zonnepanelen, de komst van een regeling waarmee we jonge medewerkers in de organisatie krijgen en het citizen science project in Pey-Echt. De organisatie van WML functioneert goed. Medewerkers en afdelingen nemen met veel enthousiasme initiatieven, werken dat zelf uit en leren van elkaars fouten. Dat zie je terug in de gemiddelde score van de medewerkerstevredenheid die wij maandelijks meten. Deze kwam over heel 2017 uit op 7,7 en dat is hoog. Doordat de interne organisatie goed draait, kunnen we met z’n allen meer energie steken in meer externe vraagstukken, zoals de waterkwaliteit.’
‘Het was niet nodig om, zoals in 2015, gedurende een aantal maanden achter elkaar te stoppen met de inname van Maaswater. Wel werden we geconfronteerd met melaminelozingen in het Maaswater. Met veel kunst- en vliegwerk hebben we de overstap op winning uit diepe bronnen kunnen voorkomen, maar het voedde opnieuw onze grote zorgen over de kwaliteit van onze bronnen. Daarom hopen we samen met collega-drinkwaterbedrijven Evides en Dunea dit jaar van de Raad van State een principiële uitspraak te krijgen in de zaak rondom de vergunning van lozingen vanaf het Chemelot-terrein.
‘Volgens de Drinkwaterwet hebben alle bestuursorganen in Nederland, inclusief de waterschappen en Rijkswaterstaat, een wettelijke zorgplicht voor het duurzaam veiligstellen van de drinkwatervoorziening. Wij zien dat echter onvoldoende terug in de voorschriften in de vergunningen voor industriële lozingen, ook al zie ik het bewustzijn wel groeien. Een uitspraak van de Raad van State die meer duidelijkheid biedt over wélke afspraken op wélke plek moet worden vastgelegd, zou ons zeer helpen.
Meer duidelijkheid is niet alleen nodig bij industriële lozingen: we moeten toe naar een situatie waarin waterschappen, drinkwaterbedrijven en andere partijen samen bekijken hoe tegen de laagste maatschappelijke kosten verontreinigingen worden voorkomen, afvalwater wordt gezuiverd en drinkwater wordt gemaakt.’
‘Dat vind ik wel. In juli hebben WML, Waterschapsbedrijf Limburg (WBL), Waterschap Limburg en twintig gemeenten afgesproken te onderzoeken op welke gebieden er concreet kan worden samengewerkt. Dat leidt tot een soort brochure waaruit partijen kunnen kiezen welke activiteiten ze samen oppakken. Dan gaat het dus over de inhoud van de samenwerking. Daarna kijken we naar de vorm van samenwerking en de (on)mogelijkheden daarin. Het zijn langdurige processen die op z’n vroegst in 2020 tot iets operationeels leiden. Omdat je met veel organisaties om tafel zit, kost het veel tijd. Maar we moeten de vaart erin houden. Dat is nodig gezien onze wettelijke en maatschappelijke opdracht, en met de uitdagingen op het gebied van waterkwaliteit en klimaatverandering waar we voor staan. Het wordt voor mij steeds duidelijker dat niemand die uitdagingen in zijn eentje kan oplossen. We hebben elkaar allemaal hard nodig.’
‘Zo’n citizen science-project past bij de verbinding die nodig is om daadwerkelijk inhoud te geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de uitdagingen in de waterketen. Dan helpt het ook om bij burgers meer bewustzijn te creëren van wat er nodig is om lekker water uit de kraan te krijgen. En om ambassadeurs te krijgen die weten wat burgers zelf kunnen bijdragen aan de bronbescherming en dat ook uitdragen in hun omgeving. Het is waarschijnlijk effectiever dat je van je buurman of een familielid hoort dat je in de tuin beter geen round up kunt gebruiken dan wanneer WML dat zegt.’
‘De planvorming voor het bouwen van een modulaire zuivering in Breehei wordt afgerond. We gaan daarmee komend jaar concreet aan het werk. Een verdere ontwikkeling van het modulair concept en de toepassing ervan op andere locaties, kan komende decennia ervoor zorgen dat de bedrijfsvoering straks op alle fronten kan worden afgestemd op de vraag en afzet. In de drinkwaterbranche werken we verder aan autonome inspectierobots die de leidingen controleren en aan sensoren in het net voor bijvoorbeeld het monitoren van de waterdruk. Ik denk dat we uiteindelijk toegaan naar een situatie waarin uit het net continu informatie komt over kwaliteit, kwantiteit en druk. Daarmee wordt de aansturing van de productie-installaties via de procesautomatisering nog nauwkeuriger, zodat we bijvoorbeeld nog energie-efficiënter kunnen werken.’
‘Klopt en ik vind dat een goed voorbeeld van hoe slagvaardig onze organisatie momenteel functioneert. Onze mensen hebben veel energie gestoken in het samenwerken met de lokale initiatiefnemers van het windpark en het verwerven van voldoende draagvlak onder de bevolking. Zo willen we het doen, samen met de omgeving. Goed voorbereiden, een goede analyse maken en iedereen erbij betrekken. Het is een werkwijze die we ook intern volgen bij grote projecten en die intussen bij het DNA van WML hoort.’