Werk aan de winkel

WML werkt voortdurend aan de verbetering van haar infrastructuur. Zo begonnen in 2018 de voorbereidingen voor de aanleg van de ‘backbone’, die alle productielocaties beter met elkaar gaat verbinden. Ook zorgde WML voor een flinke opknapbeurt van het grote voorraadbekken De Lange Vlieter. Bij al dat werk moet in toenemende mate rekening worden gehouden met krapte op de aannemersmarkt. WML zelf slaagt er intussen nog goed in om nieuwe medewerkers aan te trekken.


Naar één flexibel netwerk

WML is in 2018 begonnen met de voorbereidingen van de zogenaamde ‘backbone’. De historisch gegroeide zes afzonderlijke regionale netwerken voor de drinkwatervoorziening worden door het verbinden van transportleidingen aaneengesmeed tot één netwerk. De ‘backbone’ verbindt alle productielocaties met elkaar, waardoor deze flexibeler kunnen worden ingezet. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld in noodgevallen in een bepaald deel van het netwerk andere productielocaties bijspringen. En dat vergroot de leveringszekerheid.

Bekijk deze film voor nadere uitleg over de backbone.

^ terug naar boven

Grote opknapbeurt De Lange Vlieter

WML heeft in 2018 gewerkt aan de verbetering van haar voorraadbekken De Lange Vlieter in Midden-Limburg. In dit bekken verzamelt WML water uit de Maas, vóór het wordt gezuiverd tot drinkwater. De Lange Vlieter bestaat uit twee delen, gescheiden door een wand. Het Maaswater komt eerst in het acht hectare grote analysebekken, waar de eerste controle plaatsvindt. Als het water van voldoende kwaliteit is, stroomt het door naar het hoofdbekken van ruim 120 hectare. Daar blijft het één à twee jaar voordat het wordt opgepompt, verder gezuiverd en bereid tot drinkwater.

WML plaatste een ‘flocculator’ in het analysebekken zodat hier een eerste zuivering kan plaatsvinden. Daarnaast verving WML de scheidingswand tussen de twee bekkens door een flexibel scherm met een oppervlak van twee voetbalvelden.

In 2019 laat WML de bodem en oevers van De Lange Vlieter schoonmaken. Deze zullen door de zuivering in het analysebekken in de toekomst minder snel vervuild raken. Dat spaart niet alleen kosten, maar ook de natuur.

^ terug naar boven

Krappe aannemersmarkt knelt

WML heeft ongeveer driekwart van het werk aan het leidingnetwerk ondergebracht bij Synfra. Dit samenwerkingsverband van netwerkbedrijven in Zuid-Nederland slaagt er ook in de huidige krappe aannemersmarkt in om nieuwe aansluitingen op tijd te realiseren. Toch zijn er ook knelpunten. Wim Langewouters, operationeel manager bij Synfra, legt uit waarom.

De netwerkbedrijven voor energie, drinkwater, glasvezel en kabel in Limburg en Brabant (waaronder WML) werken sinds 2001 in Synfraverband samen bij de aanbesteding van het werk aan de leiding- en kabelnetwerken in de ondergrond. Hierdoor kunnen werkzaamheden worden gecombineerd. Zo hoeft de grond minder vaak open, vermindert de overlast voor omwonenden en worden kosten bespaard. Met de meest recente aanbesteding in 2013 heeft Synfra voor de dertien gebieden waarin de twee provincies zijn onderverdeeld nieuwe contracten afgesloten met in totaal negen aannemers (sommige aannemers bedienen twee gebieden). De contracten zijn voor onbepaalde tijd maar worden om de vier jaar geëvalueerd. Daarbij valt altijd één aannemer af om, conform de Europese regels, ook nieuwe marktpartijen een kans te bieden.

Stabiele omzet

Wim Langewouters vertelt waarom Synfra met contracten voor onbepaalde tijd werkt. ‘Zo bieden we aannemers continuïteit en kunnen we ze beter aan ons binden. Omgekeerd verwachten we van hen dat ze bereid zijn mee te denken over en te investeren in de verbetering van de processen en nieuwe werkwijzen. We hebben er daarbij bewust voor gekozen om in de crisistijd de hoeveelheid opdrachten op hetzelfde niveau te houden. Er zijn daardoor geen aannemers omgevallen en ze hebben ook minder hoeven in te leveren op hun capaciteit.’

Dit laatste wil niet zeggen dat er dan in de huidige hoogconjunctuur geen knelpunten zijn, aldus Langewouters. ‘Er is veel meer werk in de markt. Aannemers zoeken uiteraard naar opdrachten die het hoogste rendement opleveren. Synfra heeft daarom de vergoedingen voor de aannemers op het aansluitproces substantieel moeten verhogen. Het werk wordt dus duurder.’

Andere prioriteiten

In de voortgang van werkzaamheden zijn er nog geen grote problemen, al is het soms met ‘hangen en wurgen’, erkent Langewouters. ‘Wij geven nu prioriteit aan wat wij klantgedreven werk noemen: werk dat nodig is om bijvoorbeeld nieuwe aansluitingen voor woningen en bedrijven tot stand te brengen of de aanleg van nieuwe wegen of rotondes mogelijk te maken. Daarna volgen investeringen in netwerken die vanwege bepaalde risico’s op korte termijn moeten worden vervangen. Overige vervangingsinvesteringen, die minder urgent zijn – in ons jargon het eigen gedreven werk – schuiven op in de tijd. In crisistijden werken we juist omgekeerd. Er is dan aanzienlijk minder klantgedreven werk. We compenseren dat met meer eigen gedreven werk. Zo bieden wij de continuïteit die aannemers nodig hebben voor een goede bedrijfsvoering.’

Betrouwbaar blijven

Synfra steekt daarnaast met de aangesloten netwerkbedrijven en gemeenten nu veel energie in goede planningen aan de voorkant. Langewouters: ‘We proberen vroeg in het jaar de werkzaamheden onderling goed af te stemmen, zodat we de aannemers een strakke jaarplanning kunnen bieden met zo weinig mogelijk kans op verstoringen. Ook dat bevordert de continuïteit in het werk. Zo blijven we een aantrekkelijke en betrouwbare opdrachtgever en dat is in deze krappe markt van cruciaal belang.’

^ terug naar boven

WML blijkt aantrekkelijke werkgever

De Limburgse arbeidsmarkt wordt voor een aantal functies steeds krapper en nieuwe WML-collega’s zijn in het woud van mediakanalen niet altijd makkelijk te vinden. Heeft WML daar last van? Nauwelijks, zo bleek ook in 2018. WML slaagt er nog steeds in nieuwe medewerkers aan te trekken, zowel jonge millennials als de generatie daarboven. Daardoor begint de gemiddelde leeftijd van het WML-personeel zich te stabiliseren, nadat deze de afgelopen jaren alsmaar steeg.

HRM-adviseur Sven Kok legt uit hoe dat komt. ‘Bij WML heeft twee jaar geleden het project Duurzaam Doorwerken gelopen. Medewerkers van boven de zestig kregen de mogelijkheid parttime te gaan werken. De vrijgevallen ruimte wordt gebruikt om jongeren aan te nemen. Zeer ervaren en jonge monteurs worden daarbij aan elkaar gekoppeld; een soort meester-gezelsysteem dus. De jongeren leren het ambachtelijke handwerk van de ouderen. Maar omgekeerd kunnen de ouderen leren van hoe gemakkelijk jongeren digitale middelen inzetten. Zo werken we en passant aan wat wij in onze nieuwe Missie Visie Doelstellingen de ‘kracht van de medewerker’ of ‘medewerker van de toekomst’ noemen. Het is van belang dat onze mensen adaptief vermogen ontwikkelen om mee te gaan met de steeds snellere veranderingen in de wereld om hen heen. Denk daarbij alleen al aan de voortgaande digitalisering en automatisering en de invloed daarvan op hun dagelijkse werk.’

Dorpspomp

Ruimte vrijmaken voor nieuwe medewerkers is één, ze daadwerkelijk aantrekken is twee. Dat lukt goed bij WML. ‘Veel mensen vinden ons een aantrekkelijke werkgever. WML biedt een stabiele werkomgeving, is maatschappelijk betrokken en iedereen heeft elke dag kakelvers en helder drinkwater nodig! Ons bedrijf straalt ook ambitie uit en biedt aan medewerkers mogelijkheden zich te ontwikkelen. Ook zijn we met ons drinkwater steeds duidelijker aanwezig in de Limburgse samenleving. Met al deze zaken ruilen we ons nogal grijze imago uit het verleden in voor dat van een duurzaam, kennisintensieve organisatie op het gebied van drinkwater. Er is dus voldoende animo om bij ons te komen werken. Opvallend daarbij is dat vacatures of stageplekken ook veelvuldig mond-tot-mond worden gedeeld. Naast alle activiteiten op sociale media blijven ook de gesprekken aan de dorpspomp dus ook in 2018 belangrijk.’

^ terug naar boven