Innovatie

2018 was een innovatief jaar voor WML. In februari presenteerden studenten hun inzendingen voor de Water Innovation Challenge. Relevant voor WML waren de ideeën voor de ‘avondspits’ en reststoffen. Daarnaast gingen de voorbereidingen door van het project SUPERLOCAL. Partners in de waterketen gaan hierin ervaring opdoen met het gebruik van regenwater als drinkwaterbron. Ook nam WML initiatieven om meer waarde te halen uit data. Het bedrijf begon met de vectorisatie van aansluitschetsen en plaatste druksensoren in het leidingnet van het verzorgingsgebied Ospel.


Levende schoonmakers en een piekcampagne

WML en Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) openden eind 2017 de Water Innovation Challenge. Hierin werden studenten uitgedaagd om met innovatieve ideeën te komen voor onder meer de thema’s reststoffen en ‘avondspits’.

In totaal kwam maar liefst 55 innovatieve ideeën voor de ‘drinkwateronderwerpen’ binnen. Een jury van WML en WBL maakte hieruit een keuze. Het beste idee voor het verwijderen van verontreinigingen uit water was om deze verder te reduceren door het inzetten van een ‘voorzuivering’ met biofilters op basis van schimmels. Renee Janssen, Kelly Krauth en Eva Schonck van HAS Hogeschool stelden voor om deze schimmels samen met houtsnippers en stro in een jutezak te stoppen en in de waterstroom te plaatsen.

In een stage-opdracht na de innovation challenge deed Kelly Krauth onderzoek naar de meest geschikte schimmels voor de zuivering. Daarnaast toonde ze op laboratoriumschaal aan dat deze schimmels in voldoende mate kunnen groeien en dat ze daadwerkelijk verontreinigingen kunnen afbreken. Nader onderzoek is nodig naar de toepasbaarheid ‘in het groot’.

Prijswinnaar bij de avondspits was Melanie Kersten van Maastricht University. Omdat volgens haar vrijwel niemand beseft dat de avondpiek in de drinkwaterafname tijdens hete dagen voor problemen kan zorgen, stelt zij een publiekscampagne voor. Deze moet dan gericht zijn op een specifieke regio en in een periode waar de kans op problemen reëel is. Mensen worden zo op het juiste moment geconfronteerd met de gevolgen van hun hogere waterafname en dat biedt de grootste kans om hun gedrag te veranderen. Het campagnevoorstel van Melanie Kersten krijgt in 2019 invulling met een pilot die klaarligt voor een hitteperiode.

^ terug naar boven

Druksensoren in het leidingnet

WML heeft in 2018 op drie punten in het leidingnet van het verzorgingsgebied van pompstation Ospel druksensoren geplaatst. Deze geven elke seconde de actuele waterdruk door. Doel hiervan is een betere aansturing van de pompen in Ospel. Voorheen gebeurde dat op basis van een wiskundig model: om ook op het verste en het hoogste punt voldoende druk te realiseren, moest het water met een druk tussen 3 en 4,5 bar het pompstation uit. Om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn, zoals een tijdelijke en plotselinge hoge waterafname door een industriële grootverbruiker of bij een brand, werd daarbij altijd een extra hoge druk aangehouden.

Met de druksensoren kan WML de werkelijke druk in de leidingen voortdurend monitoren. Dat maakt het mogelijk de druk steeds op het juiste niveau te houden. Over de hele linie hoeven de pompen dan minder hard te draaien. Een kosten- en energiebesparing die bijdraagt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

De resultaten zijn zodanig positief dat WML in 2019 zeven sensoren bijplaatst die met grotere intervallen de drukgegevens doorgeven. Deze ‘lichtere’ sensoren zijn vooral bedoeld om nauwkeuriger de locatie van een lekkage te kunnen bepalen. Nog een voordeel van de druksensoren is dat er beter inzicht kan ontstaan in de oorzaak van bepaalde lekkages, bijvoorbeeld bij een heel plotseling drukverschil door het te snel dichtdraaien van een brandkraan. Zo’n drukverschil vergroot het risico op lekkages.

De druksensoren in het verzorgingsgebied van Ospel zijn een pilot. Afhankelijk van de evaluatie eind 2019, vindt een verdere uitrol plaats.

^ terug naar boven

Van papieren schetsen naar digitale kaart

WML is in 2018 gestart met een project voor de volledige vectorisatie van de aansluitleidingen. Alle oude schetsen en tekeningen met de ligging van aansluitleidingen naar bijvoorbeeld huizen worden daarbij omgezet in lijntjes op een digitale kaart. Door op de lijntjes te klikken, komt de onderliggende informatie beschikbaar over bijvoorbeeld diameter, bouwjaar en materiaal van de leiding. Deze data worden daardoor beter toegankelijk en bruikbaar in de bedrijfsvoering van WML.

Hoofd afdeling geodatabeheer Fons Daemen en projectmanager Allart van Viersen leggen uit dat de oude tekeningen van de leidingen zeer verschillend van aard zijn. ‘WML is ontstaan uit tal van kleinere bedrijfjes, meestal gemeentelijke nutsbedrijven, die allerlei waardes niet op dezelfde manier opschreven. Ook de nauwkeurigheid bij vastleggen destijds was niet altijd even groot. En dan kan daarna ook nog de bebouwing zijn veranderd omdat mensen iets hebben aangebouwd, verbouwd of afgebroken.’

WML pakt de vectorisatie zodanig aan dat alle onnauwkeurigheden en fouten zo veel mogelijk worden weggenomen. In vijftien maanden worden maar liefst 370.000 tekeningen verwerkt, maximaal zo’n 30.000 per maand. Dat de hoofdleidingen van WML al in de negentiger jaren zijn gevectoriseerd, helpt om de nauwkeurigheid van de informatie te verhogen. Als de tekenaars met de digitale lijntjes niet precies op de hoofdleiding uitkomen, weten ze dat de data niet kloppen. Indien nodig zoeken WML-medewerkers dan uit wat er precies aan de hand is en voeren waar nodig correcties door.

Volgens Daemen en Van Viersen is hier sprake van een megaoperatie die WML veel oplevert. Zoals Daemen tegen zijn jongere collega zegt: that’s one small step for Van Viersen, one giant leap for WML. ‘De data-analisten van WML weten straks precies welke aansluitleidingen waar in de grond liggen, hoe oud ze zijn en uit welke materialen ze bestaan. Dit helpt hen om kostbare saneringen efficiënter te plannen, met minder graafschades.’ Volgens plan wordt het project in 2020 afgerond.

^ terug naar boven

Gesloten waterkringloop in SUPERLOCAL

Woningcorporatie HEEMwonen, de gemeente Kerkrade, WML en Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) hebben in 2018 verder gewerkt aan hun innovatieve project SUPERLOCAL. Vier oude galerijflats met samen 400 woningen in de wijk Bleijerheide in Kerkrade-Oost worden hierin vervangen door zo’n 125 sociale huurwoningen en 20 vrije sectorwoningen. In SUPERLOCAL draait alles om hergebruik en duurzaamheid, onder meer via een gesloten waterkringloop. Regenwater wordt in de wijk zelf opgevangen en gezuiverd tot drinkwater. WML onderzoekt hiervoor de mogelijkheden van een lokale zuiveringsinstallatie, met daarachter een kleine reinwaterkelder om een drinkwatervoorraad aan te houden. WBL bekijkt of de afvalwaterstromen uit de wijk na zuivering op locatie herbruikbaar zijn: het grijswater als water om mee te wassen, het zwartwater als grondstof voor vergisting tot biogas. Ook komen er in de woningen waterbesparende maatregelen.

In november 2018 won SUPERLOCAL de Waterinnovatieprijs van de Unie van Waterschappen. In februari 2019 volgde de Nederlandse Bouwprijs in de categorie Bouwmaterialen en –systemen. Voor de gesloten waterkringloop kwam er een Europese subsidie los van € 2,5 miljoen uit het LIFE Climate Action-programma. SUPERLOCAL kreeg eind 2017 al een Europese UIA-subsidie van € 5 miljoen.

In 2019 worden in de wijk de eerste drie woningen gebouwd met hergebruik van sloopmateriaal. Volgens plan wordt de gesloten waterkringloop medio 2020 opgeleverd.

Bekijk hier een film over de samenwerking binnen SUPERLOCAL.

^ terug naar boven